vrijdag 29 februari 2008

Kaapse vergezichten

Al weer twee weken in Zuid Afrika, de tijd gaat snel als je het naar je zin hebt. We luieren, lezen veel en verkennen onze omgeving. Maandag zijn we naar Kaap de Goede Hoop gereden, samen met diverse bussen vol andere toeristen uit alle uithoeken van onze aarde. De obligate foto voor het bord van Kaap de Goede Hoop kon niet uitblijven, maar daarvoor moest je wel in de rij… Vanuit Houtbaai zijn we naar Cape Point gereden over de spectaculaire Chapman’s Peak Drive, een weg die is uitgehakt in de steile bergwanden waarover ze zo’n zeven jaar hebben gedaan. Het uitzicht onderweg was adembenemend, met maagdelijke witte zandstranden waar geen zwemmer zich begeeft vanwege de gevaarlijke stroming. Daarnaast is het gewoonweg te koud om de zee in te gaan. Bij Scarborough zagen we de gevolgen van een grote brand die hier eind januari gewoed heeft. Zo’n zeventig bewoners zijn dakloos geworden, voornamelijk wonend in shacks (zelf gebouwde hutten), maar ook enkele stenen huizen hebben het moeten ontgelden. Het zwart geblakerde landschap met zijn uitgebrande huizen bood een troosteloze aanblik. Op één van de vele marktplaatsen waar Afrikaanse kunstnijverheid wordt aangeboden, veelal gemaakt door Afrikaanse vluchtelingen, laten we ons verleiden om onze eerste souvenirs te kopen. We worden aangetrokken door de warme glimlach van Chantal, moeder van vier kinderen, die met haar gezin vier jaar geleden uit Congo is gevlucht . “Good morning, this is my shop, please come in…” Geweldig, twee houten planken op schragen en dan zo’n introductie, dan ga je toch overstag. Met haar grote kijkers en een indringende blik pakt ze iedereen in en geeft ze de mannelijke verkopers om haar heen het nakijken.Trots poseert ze nog even snel voor de foto, terwijl ze de volgende toerist al weer aanschiet. Bij Simonstown, op Boulders beach hebben we de pinguïn kolonie bezocht waar zo’n 2500 vogels leven op een inmiddels afgeschermd deel van het strand. Bescherming voor de vogels en bescherming voor de bewoners, omdat de vogels, waarvan de eerste in 1983 hier aan land kwamen, voor nogal wat overlast begonnen te zorgen. Het is een koddig gezicht als je zoveel pinguïns langs je heen ziet waggelen. Gisteren zijn we naar het District Six museum geweest. District Six was tot halverwege de jaren zestig een bruisende, levendige en kosmopolitische wijk waar zo’n 60.000 mensen woonden van verschillende bevolkingsgroepen. Een arme wijk, met nogal wat criminaliteit, maar met een grote gemeenschapszin. In 1966 werd District Six tot een witte wijk verklaard en ondanks sterke protesten werd de wijk met de grond gelijkgemaakt, op de kerken en de moskeeën na. De bewoners werden verbannen na de kale vlakten van de townships. Eén van de vele schrijnende verhalen van de verschrikkingen van het apartheidsbeleid.

Mijn verkoudheid is op z’n retour, maar nog niet helemaal weg en met name ’s nachts word ik nogal eens wakker van de hoestbuien. Heel irritant. Met één long verkouden zijn is toch een hele andere ervaring. Om van de problematiek van een verlamde stemband en het daarmee verhoogde gevaar van verslikken maar niet te spreken. Deze week was het weer zover en verslikte ik me in een slablaadje, dan wil je niet weten wat er gebeurt, stikkend van de hoest, gierend om adem, met uitpuilende ogen waar de tranen uitstromen. Zo’n ervaring is echt traumatisch en ik durf dan geen hap meer te nemen. Nog voorzichtiger zijn en zeker niet praten tijdens het eten, want dat is vragen om moeilijkheden. Mijn energie is goed al moest ik gisteravond wel in het ‘stopcontact’ om op te laden, omdat ik compleet was ingestort. Iets te veel gedaan de afgelopen dagen en dat merk ik pas als het te laat is, dus vandaag lekker uitgerust en genoten van de zon, de tuin, het uitzicht en mijn boek. De temperatuur is nog steeds heerlijk al koelt het ’s avonds best af, we hebben pas één avond buiten kunnen eten. Dinsdagavond hebben we zelfs de houtkachel aangestoken, waar we tot onze grote schrik een reusachtige spin in zagen rondhollen. Toen we na een uur dachten dat hij er wel geweest was (sorry voor de dierenvrienden), durfden we er eindelijk weer een blok in te leggen, maar toen we de kacheldeur openden sprong die enorme griezel naar buiten. Anjelle en ik dansten om de tafel en Diederik, omgedoopt tot Spiderman, moest ons wederom verlossen. Al twee keer eerder moest hij op spinnenjacht, omdat wij, de meiden geen stap durven te zetten met van die grote achtpoters om ons heen. Rainforest spiders krijg je cadeau in deze mooie natuurlijke en bosrijke omgeving. Voor meer beelden, zonder spiders, zie mijn fotoboek. Voor nu veel liefs, Nelly