donderdag 6 september 2007

Beperkt houdbaar

Rond mijn 30ste levensjaar liep ik op een vrije dag met een vriendin te winkelen toen we vanwege een opgebroken stoep de rijweg op gemanoeuvreerd werden. Eenmaal langs de stratenmakers draaide ik me om en riep: “Hé mankeer ik wat, wordt er niet meer gefloten?” Mijn vriendin en de stratenmakers schoten in de lach en ik vond mezelf ook wel ludiek. Toch zat er ook een kern van waarheid in mijn actie, want hoe wars ik altijd was van flirtgedrag op mijn werk, als de stratenmakers naar me floten dan was mijn dag helemaal goed. Ik dacht aan dit voorval terug toen ik recent de documentaire ‘Beperkt houdbaar’ bekeek van Sunny Bergman op de site www.beperkthoudbaar.info/docu. In één van de eerste scènes stapt Sunny op een stel bouwvakkers af en vraagt ze serieus waarom er niet meer naar haar gefloten wordt. Kon ik erg om grinniken, gezien mijn eigen ervaring. Vervolgens wordt in de documentaire een krachtige analyse gegeven van de huidige tijdsgeest waarbij de economie steeds verder ons lichaam binnendringt. Op 34-jarige leeftijd is Sunny bang om binnenkort niet meer aantrekkelijk te zijn, terwijl ze tegelijkertijd boos is dat vrouwen voortdurend op hun uiterlijk worden beoordeeld. Deze innerlijke tegenstrijdigheid is de drijfveer voor een filmische zoektocht door een wereld waar vrouwen na hun 35ste niet langer houdbaar zijn. De cosmetische industrie vaart er wel bij en laat niet na Bergman en andere vrouwen te wijzen op hun tekortkomingen. Van kraaienpootjes tot schaamlippen, van hangborsten tot zadeltassen. Overal laat Bergman zich aan een kritische blik onderwerpen door plastische chirurgen, die graag het mes in haar zouden willen zetten. Morgenavond wordt ‘Beperkt houdbaar’ herhaald op Nederland 3 om 20.25 uur. Zeker de moeite waard om naar te kijken en de documentaire stemt tot nadenken. Ik zelf ben als ijdele vrouw graag met mijn uiterlijk bezig, daarover heb ik al eerder geschreven. Heb als jong meisje van tweeëntwintig ook niet geschroomd om operatief in te grijpen en nog steeds vind ik mijn flapoorcorrectie medisch ethisch verantwoord. Ik werd als kind nogal gepest met mijn zeiloren en ik was er van overtuigd dat ze of voor eeuwig bedekt moesten blijven onder een stevig permanent of rechtgezet moesten worden. Vooral die laatste optie trok mij aan. Toen de plastisch chirurg zei dat het volkomen terecht was dat ik dat wilde en dat het bijna misdadig zou zijn om mij door te laten lopen met mijn flaporen, was ik volledig overtuigd van mijn voornemen. Het bleek een relatief eenvoudige ingreep en tot op de dag van vandaag ben ik blij met mijn gecorrigeerde oren. Maar hoever ga je met ingrijpen, waarom willen we voldoen aan een schoonheidsideaal en wie bepaalt dat eigenlijk? Kijk, ik kan me nu, na mijn operaties van de afgelopen twee jaar, niet meer voorstellen dat vrouwen vrijwillig kiezen voor de meest ingrijpende en pijnlijke operaties alleen maar om er (nog) beter uit te zien. Getriggerd door de mogelijkheden heb ik in de verste verte ook wel eens nagedacht over een borstvergroting of een ooglidcorrectie. Mijn verstand en schroom weerhielden me van een serieuze overweging: “Nee geen onnatuurlijke kunstgrepen, dat past niet bij je, je bent wie je bent.”. En ik zou het ook niet snel gedaan hebben, maar een relatief eenvoudige ingreep, met als belangrijkste eis een zo natuurlijk mogelijke correctie met bijvoorbeeld eigen lichaamsvet, daar sta ik nog steeds niet onwelwillend tegenover. Nu kiezen meisjes en dan met name in Amerika al op jonge leeftijd voor een drastische aanpak en een veelheid aan chirurgische ingrepen. Met als voorbeeld hun idool voor ogen, worden het complete bouwpakketten. Ja en dan rijst toch de vraag voor wie ze dat doen, of hoever ze zo zijn gekomen in hun beeldvorming van de ideale schoonheid. De uitspraak: “Ik doe het voor mezelf. “, is toch op zijn minst discutabel in de gemaakte en zelfs gefakete commerciële wereld van schoonheid. Ik koester mijn uiterlijk en ik blijf gevoelig voor bewonderende blikken. Maar eerlijk is eerlijk als ik een compliment krijg dan is het meestal omdat ik er stralend uitzie, wanneer mijn ogen glimlachend de wereld inkijken als gevolg van mijn innerlijk welbevinden. Als ik me goed voel, dan zie ik er goed uit en dat zie ik bij iedereen. Op ons welzijn en dat het er maar van af mag spatten, zoen Nelly