dinsdag 24 april 2007

Dromen

Vannacht droomde ik van tientallen kwetterende en prachtig gekleurde vogels die naast elkaar op een muurtje op mij leken te wachten. Waren ze daar speciaal voor mij neergestreken? Het leek er wel op in mijn droom en ik raakte niet uitgekeken, ik was vervuld van hun schoonheid en hun pracht en het waren er zoveel. Een droom waaruit ik ontspannen ontwaakte en waarvan ik me gedurende één moment vandaag in een flits afvroeg: “Heb ik die vogels nou echt gezien?”. Een droom in de reeks goede dromen die ik steeds vaker heb nadat ik een aantal weken geleden begonnen ben om mezelf voor het slapen gaan mooie dromen toe te wensen. Lange tijd hebben nachtmerries de overhand gehad en mijn dromenland bepaald. De dood was daarin een prominente gast waarbij alle om mij heen gestorvenen telkens weer opnieuw werden opgebaard en ik wederom afscheid moest nemen. Als kind fascineerde de dood mij al en een onbestendig gevoel daarover begon zo rond mijn zesde jaar. Toen nog een groot mysterie van verdriet en geheimzinnigheid in de wereld van volwassenen waar ik ver van weggehouden werd. Wij groeien op en leven met elkaar in een cultuur waarbij het er op lijkt dat de dood geen wezenlijk onderdeel uitmaakt van ons leven. Op latere leeftijd kon ik angst over me heen roepen bij de voorstelling van de eindigheid van mijn leven op deze aarde. Maar bij het denken over de betekenis van de dood openbaarde zich het leven, want hoe zou mijn leven er uit zien zonder een begin en een eind? De gedachten over een eeuwig leven vond ik verrassend genoeg eveneens beangstigend en daarmee zag ik veel beter het perspectief van in het hier en nu leven, maar hoe doe je dat? Een onderdeel van mijn angst waren gedachtes die zich regelmatig aan mij opdienden over het razende tempo waarin mijn leven zich in mijn beleving voltrok. Straks ben ik 60 en over een X-aantal jaar ben ik al 70? Geen leuk vooruitzicht vond ik dat, ouder worden en daarmee reëel gezien steeds dichter bij die onvermijdelijke dood te komen. Nu ik door mijn ziekte de dood onverwachts en veel eerder dan gedacht van zeer nabij in de ogen heb gekeken ben ik als het ware door mijn angst heengegaan, waardoor ik het leven in het hier en nu volledig kan omarmen. Het vroegere: “Bah, ik word alweer 40” is inmiddels “fijn alweer een jaar erbij”. Nog meer leven om van te genieten, ik vier mijn leven in het hier en nu en samen met jullie! Slaap lekker en voor vannacht droom levendig en zacht, liefs Nelly

De dood zal komen en jouw ogen hebben-

deze dood die altijd bij ons is
van de ochtend tot de avond, wakend,
doof, als een oud gevoel van spijt,
of een dwaze ondeugd.
En jouw ogen
zullen een ijdel woord zijn,
een verzwegen schreeuw, een stilte.
Zo zie je ze elke ochtendals je je naar jezelf toebuigt
in de spiegel. O dierbare hoop,
die dag zullen ook wij wetendat je het leven bent en het niets.
Voor iedereen heeft de dood een blik.
De dood zal komen en jouw ogen hebben.
Het zal zijn als stoppen met een ondeugd,
als in de spiegel een dood gezicht
opnieuw te zien verschijnen,
als luisteren naar gesloten lippen.
Stom zullen we afdalen in de stroom.

Met dank aan Iris en Cesare Pavese 1908 -1950