Ton van der Lee in 'De Afrikaanse weg.' Onderweg van Kaapstad naar Caïro: In Malawi, bij mevrouw Chikulamayembe en haar kleindochter Nana. De ouders van Nana en hun andere kinderen, haar man, dochter en twee zoons zijn allemaal overleden aan aids. ‘En waar leven Nana en u van?', vraag ik. Mevrouw Chikulamayembe wijst op een klein veldje achter het huis. 'Ik verbouw wat maïs. We hebben het pas geplant, maar de bodem is niet meer zo vruchtbaar als vroeger, we moeten kunstmest gebruiken. Maar kunstmest is duur.’ 'Hoe komt u aan geld om het te kopen?'. 'Dat verdien ik hiermee,' zegt mevrouw Chikulamayembe met een lachje, en ze tikt tegen haar hoofd. 'Hierin zit mijn kapitaal.' 'Hoe bedoelt u?', vraag ik. 'Spreekwoorden. Ik ken er honderden, duizenden. Allemaal traditionele wijsheden die ik heb geleerd van mijn moeder en mijn opa. Ik heb een goed geheugen, ik heb alles onthouden.' 'Hoe kun je nu met spreekwoorden geld verdienen?' vraag ik verbaasd. 'Heel eenvoudig, ik zal je een voorbeeld geven. Vorige week waren de maisplantjes net aangeplant. Twee buren, mijnheer Banda en mijnheer Mbowani, hadden op dezelfde dag geplant. Maar mijnheer Banda had zijn geit niet goed vastgebonden en de volgende dag bleek dat de geit alle plantjes van mijnheer Mbowani had opgegeten. Die was woedend en wilde mijnheer Banda te lijf gaan. Een paar buren hebben ze tegengehouden en toen zijn ze met zijn allen naar mij toe gekomen om raad te vragen. Ze lacht trots. 'Voor de oude wijsheden van ons volk heeft iedereen respect. 'Na het verhaal aangehoord te hebben kwam ik op een spreekwoord dat van toepassing was op hun situatie. "Als je de kaars van je buurman uitblaast, gaat je eigen kaars daar niet feller van branden." De volgende dag hielp Mbowani zijn buurman met het wieden van zijn veld en de dag daarop kwam Banda hem de helft van mijn plantjes brengen. Van Banda heb ik een kip gekregen en van Mbowani een halve zak kunstmest. Op deze manier lossen we onze geschillen al sinds mensenheugenis op. Helaas zijn onze leiders dat allang vergeten.'
Afgelopen dagen lekker rustig aan gedaan. Een beetje zoals thuis, de dagelijkse dingen, waarbij de dagen omvliegen. Zonder dat er een moment voorbij gaat waarvan ik niet geniet. We zijn nu 3,5 week weg en nog een kleine drie weken te gaan, heerlijk vooruitzicht. Ik ben nog nooit zo lang van huis geweest. Vroeger had ik altijd heimwee en was drie weken vakantie zo beetje het maximum. Nu verlang ik niet naar huis, wel naar iedereen die me lief is, maar ik mis Nederland en dichter bij huis, Rotterdam niet. De zon en de natuur geven me zoveel dat ik onze reizen beschouw als een soort levenselixer. Dacht ik drie maanden geleden nog tijdens mijn chemokuur, ik weet niet of ik dit nog een vierde keer zou willen doen om ‘maanden te kopen’, als het medisch gezien überhaupt nog mogelijk is. Nu denk ik, maar als die maanden zo mooi zijn als deze, dan is het weer opnieuw de overweging waard. Grensverleggend, een ongeneeslijke ziekte, maar dat wisten we al. Ik ben helemaal blij met het feit dat mijn dolfijnachtergrond weer terug is op mijn blog. Helemaal zelf uitgezocht, het was even puzzelen, maar hij is er weer en mooier dan op mijn vorige site, want de foto blijft nu staan terwijl de tekst er over heen scrollt. Inmiddels een nieuwe hobby, bloggen. Dus als er iemand een blog wil starten, laat het me weten, ik maak hem zo voor je! Eergisteren zijn Marianne en Karel gearriveerd, zij logeren twee weken bij ons. Weer wat uitstapjes gepland en alvast een reservering gemaakt voor een bezoek aan Robbeneiland. Een echte toeristentrekker, dus minimaal zes dagen van tevoren reserveren. De regen stroomt hier nu gestaag uit de lucht, maar in de verte zie ik alweer de eerste opklaringen. Na regen komt zonneschijn, alleen hier gemiddeld wat sneller dan in Nederland. Daar is iedereen nu in afwachting van de storm die nu over het land raast. Hoop dat de lente zich snel aankondigt, met een zonnegroet van Nelly