De VU, dinsdagmorgen 8.45 uur. Voorafgaand aan de CT-scan krijg ik een infuus ingebracht voor de contrastvloeistof. De jongeman, die mij hielp kon geen ader vinden om te prikken. Dan gaan bij mij meteen de alarmbellen af. “Hij is nog aan het leren!”. Geen enkel probleem, maar ik voel er niet zoveel voor om proefkonijn te zijn. Als je twee keer hebt meegemaakt hoe het is als ze misprikken, dan weet je: dit gebeurt mij niet nog een derde keer. Gaf nog even mee, door mijn andere arm aan te bieden, terwijl ik eigenlijk al wist dat dit niets zou uitmaken. Flink kloppen, natmaken, voelen en na enige herhaling hoorde ik een twijfelachtig: “Ik ga het proberen.”. Waarop ik zei: “Je prikt me maar één keer en als het niet goed is, ga ik slaan.”. Weliswaar op zijn allercharmantst en met een glimlach, maar dat de boodschap wel overkwam. Komt er op dat moment een stevige man binnengelopen die vriendelijk vraagt: “Gaat alles goed mevrouw?“. Voor wiens bescherming hij er bijkwam, weet ik niet, maar we voelden ons beiden een stuk zekerder toen hij opmerkte dat dit een prima ader was. Het prikken verliep prima.
De CT-scan liet zien dat de afwijkingen weer zijn toegenomen en de grootste is nu circa 7,1 mm. Er zijn meer witte ‘spots’ zichtbaar in mijn long, wat duidt op stuwing in de lymfeklieren. Volgende week dinsdag start ik weer met de chemokuur Alimta. Voorlopig twee kuren met een tussenperiode van drie weken en dan volgt wederom een CT-scan om te kijken of de kuur aanslaat. Doet de chemo zijn werk, dan volgen er nog één of twee kuren. Ik was dit keer erg rustig, veel minder spanning en geen tranendal na afloop, zoals bij de vorige twee bezoeken aan de VU. Had er toch al ernstig rekening mee gehouden, al blijf ik natuurlijk altijd hopen op ander wonderbaarlijk nieuws. Na exact elf maanden vrij te zijn geweest van behandelingen kan ik weer aan de bak. Ik hoop dat de bijwerkingen ook dit keer mild zullen zijn, dan is het goed te doen, al is het uiteraard geen feestje.
De huisarts heeft inmiddels laten weten dat de echo van mijn buik en het bloedonderzoek niets hebben opgeleverd. Daar was ik wel en niet blij mee, dat kunnen jullie je waarschijnlijk wel voorstellen. Vanmorgen heb ik de hardnekkige problemen rond mijn maag en darmen ook besproken met de longarts. Hij vond mijn klachten herkenbaar en deze zijn volgens hem terug te leiden tot de operatie. Door het verwijderen van mijn long zijn mijn middenrif en maag naar boven opgeschoven, wat zorgt voor veel luchtvorming en alle klachten die daar weer uit voortkomen met betrekking tot de spijsvertering. Het is een vervelend en bij tijd en wijle pijnlijk euvel waar weinig aan te doen is, alleen in geval van zeer ernstige klachten wordt nog wel eens een operatie overwogen. Daar is voorlopig geen sprake van. Inmiddels is het een stuk rustiger in mijn buik en er is nu weer goed mee te leven. Ik heb weer genoeg op mijn bordje dus laat mij op andere lichamelijke fronten maar weer even met rust. Steek gerust een kaarsje op, ik kan wel weer wat energie, warmte en licht gebruiken. Lieve groet Nelly