vrijdag 1 juni 2007
Kuminda poisoning
Drie dagen tropisch galop (buikloop), misselijkheid en hoofdpijn als gevolg van een avondje uiteten. Nu eten we hier niet voor het eerst buiten de deur. Met regelmatig strijken we neer op de steiger van Sarifundy’s, waar de vissen onder je doorzwemmen wetend dat er altijd wel wat te verhappen valt. Op het terras van landhuis Brakke put Mei Mei met de overweldigend bloeiende oleander en aan het strand van de Seaside Terrace waar de vis nog dagelijks vers gevangen wordt. We roemen hier de kwaliteit van het eten, de snelheid van bereiding en de vriendelijke bediening. Met een prijsprestatie verhouding die je in Nederland voor onmogelijk houdt. Voor het eerst in de veertien jaar dat we het eiland bezoeken zijn we onder de indruk van de lage prijzen. Geen lokale verdienste, maar een tegenprestatie van onze dure euro. Krijgen we er eindelijk iets voor terug. Ik snap wel dat het Nederlandse toerisme hier hand over hand toeneemt. Maar terugkomend op het eten, zelfs de meest eenvoudige eettentjes gelegen in de één na andere wonderschone baai kunnen onze gastronomische zinnen prikkelen. Wat ging er dan mis maandagavond? Nadat we teleurgesteld voor een gesloten deur stonden bij ons favoriete visrestaurant besloten we op zoek te gaan naar de Groentenboerr, een lokaal restaurant waar Diederik jaren geleden, na een avondje uit, enthousiast van terugkeerde. Niet te vinden en dan vooral door het feit dat ons gezelschap bestaande uit 50 min & plussers, zonder leesbril geen kaart meer kunnen lezen bij nacht. Hongerig en moe van een zonovergoten dag en inmiddels al rond de klok van 21.00 uur, besloten we bij het eerste de beste restaurant dat ons de moeite waard leek te stoppen. Een Hollands ogende bistro is het wat? Het terras zat vol en de geuren lonkten, ja waarom niet? Nou om te beginnen vanwege de wachttijden, twee uur voor een voorgerecht en hoofdgerecht daar heb je geen zin meer in als je hongerig neerstrijkt voor een hapje. Wellicht het gevolg van een te pretentieuze kaart en een keukentje van twee bij twee om het in te bereiden. De rekening viel dit keer ook in de prijzen, maar dan in minder gunstige zin. Maar ja, we hebben dan ook wel in een echte bistro gegeten. Het werd een niet gepland latertje en thuisgekomen rolden we dan ook direct onze bedden in. Drumi dushi en dat hadden we gedroomd! Mijn vriendin en ik zaten, lagen, hingen ’s nachts aan de pot gekluisterd. Ieder zijn eigen wel te verstaan, omringd door een kakofonie van onze interne ontregelde processing. Wat een ellende, met mijn ruim gesorteerde huisapotheekje viel er niet tegenaan werken. Nu drie dagen later, brak en wiebelig en nog steeds onrustig van binnen. Het leek ons wel zo netjes om het restaurant op de hoogte te stellen van onze kuminda poisoning en daar kregen we een ouderwetse oer Hollandse reactie: “Nou, dat hebben we nog nooit meegemaakt, dat kan niet, bent u wel bij de dokter geweest voor de juiste diagnose etc”. Wederom een vieze smaak in de mond… Wat is er nou toch mis met: “Wat ontzettend naar om te horen, ik neem het op met de keuken om te bespreken wat de mogelijke oorzaak zou kunnen zijn en ik bel u terug, wat kan ik voor u doen ter compensatie?” Van dat laatste krijg je toch zowaar weer trek. Ajo Nelly