donderdag 9 augustus 2007

Lummelen en lanterfanten

Op een dag als vandaag hoef ik even niets. Ik lanterfant door de dag met een boek, een opgenomen soap en mijn vitamientjes. Nog altijd hoor ik een stemmetje op de achtergrond als ik ‘niets’ doe; “Moet ik me niet nuttig maken, iets zinnig doen? Realiseer ik me wel dat er kostbare tijd verloren gaat? Wat kan ik allemaal wel niet doen in dezelfde tijd?” ‘Arbeid adelt!’ zat er bij mij al vroeg in. In mijn jeugd kregen wij geen zakgeld. “Ga er maar voor werken!” , zei mijn vader en zo was ik vanaf mijn 11de jaar al druk in de weer om in mijn vrije tijd wat bij te verdienen. Alle vakanties werden grotendeels ingevuld met baantjes en daarnaast had ik vrije tijd om leuke dingen te doen. 'Er naast' zeg ik heel bewust, want eerst moest ik het verdienen. Letterlijk en figuurlijk. Nog steeds zit het in mijn karakter om mezelf pas te belonen als ik vind dat ik het verdiend heb; door me ergens voor in te spannen of mezelf iets te ontzeggen. Als iets van jongs af aan ingesleten is in je gedrag, is het toch lastig om hier van los te komen. Mijn arbeidsethos kende geen grenzen, hard werken voor de zaak en je komt ergens. Van jongs af aan wilde ik kleuterleidster worden en toen ik op mijn 18de voor de klas stond, kon ik mijn geluk niet op. Ik heb fantastische jaren gehad in het onderwijs en dan vooral door het werken met kinderen wat me enorm veel voldoening gaf. Toch koos ik er na zes jaar voor om het bedrijfsleven in te gaan, voornamelijk gedreven door de behoefte aan meer dynamiek en afwisseling. In het onderwijs had ik moeite met het steeds terugkerende patroon, oftewel de jaarcyclus waarbij de leerlingen elkaar weliswaar afwisselden, maar de activiteiten hetzelfde bleven, terwijl ikzelf steeds ouder werd. Voor mijn gevoel raakte ik uitgeleerd. Geen enkel idee wat me te wachten stond in het bedrijfsleven, geen idee over mijn capaciteiten, maar met een gedrevenheid waar je u tegen zegt. Gestart in commerciële functies en na drie jaar in de verkoop werkzaam te zijn geweest begon ik in mijn eerste baan als leidinggevende. Praktiseren, ervaren en leren. Leren door te ervaren, leren van voorbeeldfiguren uit mijn omgeving en leren vanuit de theorie door het volgen van avondopleidingen. Ik werkte hard, ploeterde en knokte en ik realiseerde successen. Met als kroon op mijn harde werken de eindverantwoordelijkheid voor het nieuw op te richten callcenter van de bank, nu bijna 12 jaar geleden…

‘Het is 06.30 uur, in de auto op weg naar Nijmegen. Ik heb afgesproken met een collega voor een rondleiding in het pand waar het callcenter gevestigd wordt. Op 2 januari 1996 gaan we van start. Het pand ligt in het hartje centrum en is een voormalig districtskantoor van ABN AMRO, dat volledig wordt verbouwd. Als ik de straat inrijd herken ik het pand onmiddellijk aan de verbouwingsstatus ‘In dit pand wordt…’, grote borden voor de deur met ons logo en de naam van de aannemer. Het eerste wat mij opvalt is het grote gietijzeren hekwerk dat toegang geeft tot het pand. Het tweede wat me opvalt is de omvang, naar later blijkt ruim 4800 m2 oppervlakte. Binnengekomen tref ik een volledig gestript pand waar de verbouwingen in volle gang zijn. Mijn collega Eric, verantwoordelijk projectmanager voor de verbouwing en inrichting van het toekomstige callcenter, leidt mij trots rond door het pand. Op 2 januari bij de start van het callcenter zal slechts één verdieping gereed zijn op één helft van het pand. Daarna hebben ze nog zeker ¾ jaar nodig om het pand op te leveren. Er ontstaat bij mij nog meer het pioniersgevoel, mede al ingegeven door het feit dat de realisatie van het callcenter voor ABN AMRO, een volledig nieuwe exercitie is, op een voor hun nog onbekend terrein. Ik ben opgewonden, bruis van de energie en tevens onzeker… mijn collega voelt dit kennelijk haarfijn aan. Als we het pand uitlopen zegt hij: “Groot hé?” en ik antwoord: “Erg groot!” waarop hij vervolgt: “Eng hé?" en ik zucht: "Doodeng!” Zo dat is er uit, en nu aan de slag.’


Zo begon mijn carrière bij de bank, ja voor het eerst kreeg dat woord betekenis; pas toen werd ik me echt bewust van mijn mogelijkheden, capaciteiten en ontwikkeling. Ik weet nog hoe trots ik was, hier had ik me geen voorstelling van kunnen maken toen ik het onderwijs verliet. Zo was het waarschijnlijk ook voor één van de Abn Amro trainees die mij in het prille begin vroeg hoe ik op deze positie was gekomen zonder titel? Waarop ik met een grote glimlach antwoordde dat ik de MAVO had gedaan en héél hard had gewerkt om te komen waar ik was gekomen. Het bedrijfsleven instappen was een onbekende stap, maar een stap, die me veel heeft gebracht in mijn eigen ontwikkeling en groei. Met vallen en opstaan, doorzettingsvermogen, groeipijnen, gedrevenheid, ambitie en een nieuwsgierigheid en niet aflatende drive om het onbekende te verkennen, problemen te omarmen en werkbaar te maken. Werken was lange tijd mijn leven, betrokken en gedreven om de beste businessprestaties te leveren en groei te creëren voor zowel de organisatie als haar medewerkers. Nu ik al weer bijna twee jaar thuis ben en gedwongen afstand heb genomen van mijn werk, ervaar ik dat mijn leven net zo vervullend kan zijn. Dat het de dagelijkse genoegens zijn die me kunnen plezieren. Dat ik geniet van de tijd die ik nu heb om samen te zijn met mijn familie, vrienden en kennissen. Hoe ontspannen het is om vrij te zijn van pijn en behandelingen. Dat ik kan en mag genieten van lummeltijd en nog steeds kan bijdragen in alles wat ik doe. Nee, ik zou niet meer terug willen naar wie ik was voordat ik ziek werd. Natuurlijk wil ik gezond zijn en wil ik werken, maar wel heel anders dan dat ik gedaan heb. Niet dat ik spijt heb van mijn zestig-urige werkweken en mijn tomeloze inzet, maar omdat ik nu beter weet te leven en het leven niet alleen uit werken bestaat. Ik ben wat idealistischer geworden ten aanzien van waar en aan wie ik mijn tijd en energie wil geven. Werken in en aan de toekomst, ja graag. Zoen Nelly